“We kijken nooit alleen of iets duurzaam is volgens de norm of de wet. We kijken of iets duurzaam is volgens ons hart.”
- Eberhard Dijkhuis, directeur Dijkhuis, bouwbiologisch aannemer
Interview met Eberhard Dijkhuis
“We kijken nooit alleen of iets duurzaam is volgens de norm of de wet. We kijken of iets duurzaam is volgens ons hart.”
Al vanaf heel jonge leeftijd wist Eberhard Dijkhuis dat hij aannemer wilde worden, net zoals zijn opa en vader. Hij koos er de opleidingen voor, startte in de jaren ’90 in het familiebedrijf en begon vol ambitie aan het verder laten groeien van het bedrijf. Tot hij er rond 2007/2008 door een persoonlijk ontwikkeltraject achter kwam hij eigenlijk helemaal niet wilde werken als traditioneel aannemer. “Aannemer zijn gaat over geld en risico’s, niet over kennis en vertrouwen, terwijl dat juist de dingen zijn die ik het fijnste vind.”
Nieuwe koers
Zijn nieuwe inzicht leidde ertoe dat hij besloot het aannemersbedrijf compleet om te bouwen. Hij wilde dat ze voortaan gekozen werden op basis van kennis en vertrouwen. En met opdrachtgevers en partners samenwerken in bouwteams. De kennis waarin hij zich met Dijkhuis wilde onderscheiden: duurzaamheid. En dan niet een beetje duurzaam, maar helemaal.
Zo kwam het dat Eberhard rond 2016 in aanraking kwam met de opleiding tot bouwbioloog. In Duitsland, want in Nederland bestond zoiets nog niet. “Ik begon met leren op afstand, maar dat was niet veel meer dan een aantal boeken heel goed lezen. Ik wilde meer. Alles wat er aan opleidingen was volgen. Zo heb ik van 2016 tot 2019 alle mogelijke cursussen gevolgd. Over energie, ruimteafwerking, straling, schadelijke stoffen, schimmels … Super interessant.”
Wat is bouwbiologie?
Bouwbiologie benadert een gebouw integraal, waarbij wordt gekeken naar het geheel en naar de verschillende onderdelen. Van omgeving tot esthetiek, van energie tot materiaal, alles wordt op elkaar afgestemd. Het bouwbiologisch instituut IBN heeft dit samengevat tot 25 richtlijnen van de bouwbiologie, onderverdeeld in 5 thema's.
- Binnenklimaat; bijvoorbeeld irriterende en schadelijke stoffen vermijden en zorgen voor voldoende frisse lucht.
- Bouwmaterialen en inrichting, zoals natuurlijke materialen toepassen die zorgen voor een goede luchtvochtigheidsbalans, isolatie en akoestiek.
- Ontwerp en architectuur, zoals zintuiglijke indrukken bevorderen (zien, horen, ruiken en aanraken) en licht en kleuren op een natuurlijke manier toepassen.
- Milieu, energie en water, waaronder energieverbruik verminderen, duurzame energiebronnen gebruiken en flora en fauna beschermen.
Eco-sociale leefomgeving; zoals de leefomgeving menswaardig en milieuvriendelijk inrichten.
Bouwbiologische aannemer
Nu is Dijkhuis specialist in gezond, duurzaam en circulair bouwen voor mens en milieu. ‘Bouwbiologische aannemer’ noemt Dijkhuis het zelf. Naast het realiseren van gezonde gebouwen en woningen, zet Eberhard zich in om de kennis van de bouwbiologie te vergroten in de bouw. Hij geeft cursussen en masterclasses, brengt mensen bij elkaar om kennis te delen én doet zelf regelmatig een test met materialen.
Sparren over losmaakbaarheid
Zo nodigde Eberhard onlangs een aantal sloopbedrijven uit om samen te sparren over losmaakbaarheid. “Wij bouwen bij Dijkhuis alles in hout en letten scherp op de materialen die we toepassen. We gebruiken bijvoorbeeld zo min mogelijk lijm. Lijm is schadelijk voor het milieu en heeft een negatieve invloed op de herbruikbaarheid van materialen. Ik wil dan graag van gespecialiseerde sloopbedrijven horen waar we nog kunnen verbeteren. Zo kwam onder andere ter sprake dat alles waar wij tape op aanbrengen, niet meer uit elkaar gehaald kan worden. De kosten om dat los te maken zijn namelijk te hoog. Dat wordt te duur en kan niet uit. Dat zijn uitdagingen waar wij dan vervolgens graag op verder denken.”
Zelf een brandtest doen
Een voorbeeld van een test die Dijkhuis onlangs uitvoerde is brandonderzoek bij materialen. Hoe scoren natuurlijke materialen in verhouding tot traditionele materialen? “We hebben onder 17 soorten isolatie een gasbrander gehouden. Dat gaf wel verrassende resultaten. Iets wat volgens het bouwbesluit de beste brandklasse heeft, verbrandt als eerste. En stro bleef drie keer zo lang goed als glaswol. Door het zelf te testen kom je daarachter. We stellen ook altijd kritische vragen aan leveranciers. We zijn er al te vaak tegenaan gelopen dat iets volgens de norm en wet misschien wel duurzaam is, maar niet volgens ons hart. We merken het meteen als ze aan greenwashing doen.”
Biobased, circulair, ecologisch?
Er worden in de branche nog wel eens dingen door elkaar gehaald, vindt Eberhard. “De overheid werkt toe naar een circulaire economie in 2050, met als tussendoel 50% circulariteit in 2030. De definitie van circulariteit die daarbij wordt gehanteerd, is alleen wel heel breed. Daar vallen biobased materialen bijvoorbeeld ook onder.”
“Even los van de ontwikkeling waarbij leveranciers een product al biobased noemen als maar een klein percentage van dat product biobased is, zijn biobased materialen vaak helemaal niet circulair. Het biobased isolatiemateriaal vlas bevat bijvoorbeeld 12% bio-composiet polyester. Biobased materialen zijn vaak ook verlijmd en daardoor niet losmaakbaar en herbruikbaar.”
Het juiste verhaal vertellen
“Biobased bouwen of circulair bouwen, dat zijn dus vaak verschillende dingen. Circulariteit wil zeggen dat je vooraf kan waarborgen dat het materiaal een nieuwe levenscyclus in kan gaan als je het sloopt. Zoals een houten gebouw dat volledig geschroefd is. Biobased isolatie kun je vaak niet uit elkaar halen en dan heb je einde levensduur afval.”
“Begrijp me niet verkeerd, bouwen met biobased materialen is een hele mooie manier van duurzaam bouwen. Je gebruikt daarbij hernieuwbare materialen die opnieuw groeien en tijdens die groei CO2 opslaan. En als vlas 12% bio-composiet polyester bevat, is het dus al 88% beter dan piepschuim. Maar ze zijn niet circulair. We moeten met elkaar wel het juiste verhaal blijven vertellen.”
Gezond bouwen
Eberhard praat dan ook liever over gezond bouwen. “Een bouwbioloog gaat altijd uit van gezondheid. En wat gezond is voor de mens, is 9 van de 10 keer ook gezond voor de natuur. Denk aan materialen zoals hout, leem, biologische stro, houtwol en kalkhennep. Dat zijn materialen waar geen enkele chemie in zit.”
“Wij proberen ook altijd installatie-arm te ontwerpen. Een ventilatiesysteem met WTW zit er altijd wel in, dat is duurzaam en gezond. Maar een verwarmingssysteem hoeft geen warmtepomp te zijn. Er gaan ontzettend veel chemische middelen in een warmtepomp en het ding gaat 15 jaar mee, daarna belandt het op de afvalberg. Dan kiezen we liever voor een extra isolatie van natuurlijke materialen, zodat we in combinatie met elektrische verwarming nog steeds minder elektra kwijt zijn dan met een warmtepomp. Dat is ook nog eens goedkoper en omdat het niet meer elektra kost ook beter voor het milieu.”
Gezondheid meetbaar maken
Qua straling gaat dat ook goed, weet Eberhard. “Dat weet ik van Han. Han en ik kennen elkaar al lang, al vanaf het moment dat ik me ging verdiepen in de bouwbiologie. Ik vind het ook heel mooi dat hij het initiatief heeft genomen met Gezonde Woning Keur. Hij is een van de voortrekkers van de bouwbiologie en dat waardeer ik zeer. Er is steeds meer aandacht voor gezonde woningen en met Gezonde Woning Keur kan dat nu ook meetbaar worden gemaakt.”